Drie vennoten kochten in 1853 een fabriek, die werd omgedoopt tot Dressel, Kister & Cie. Het bedrijf Passau exporteerde zijn porselein over de hele wereld. Zelfs de Eerste Wereldoorlog stopte hun groei niet. Aan het begin van de 20e eeuw verwierven ze ca. 350 mallen van de porseleinfabriek Höchst, die in 1796 was gesloten. De porseleinen beeldjes die erop gebaseerd waren, waren over het algemeen gemarkeerd met het Höchst-wiel (soms in verband met de letter “D” of een bisschopsboef). In 1900 werd de fabriek overgenomen door Rudolf Lenck en sinds 1903 werd ze geleid door de broers Wilhelm & Rudolf Lenck. Tussen 1913 en 1922 was de fabriek eigendom van Lina Lenck. In 1922 verkocht ze de zaak aan de Aelteste Volkstetter en werkte ze als Passau-tak van de Aelteste Volkstedter Porzellanfabrik. In 1936 ging het failliet. De fabriek werd gekocht door de stad en omgedoopt tot Porzellanfabrik Passau. De fabriek werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog verwoest en geplunderd.

Wij presenteren een superb porseleinen vaasje met deksel, gemaakt door de Beieren Passau manufactuur tijdens de Dressel Kister en Co. Periode. Het is hand gemodelleerd en verhoogd in reliëf met twee putti, bloementjes en volutes in een typische neo-rococo stijl die alle polychroom beschilderd zijn met de hand.  Op een melkwit glazuur is een floraal decor handbeschilderd. Dit vaasje staat op vier gekrulde pootjes met een koepelvormige verjongende basis met polychrome bloementjes en voluten in reliëf. Deze gaat over in een peervormig corpus, beschilderd met een floraal decor, omringd door een krans van polychrome bloementjes in reliëf. De achterzijde toont vier C-vormige voluten die in lichtgroen beschilderd zijn met her en der een lichtroze accenten. In het midden van het lichaam zweven twee vrijwel naakte putti met uitgestrekte armen en gespreide benen. Het lichaam is huidkleurig beschilderd. Achter hun lichaam ontspringt telkens een grote gekrulde volute. Het corpus gaat bovenaan over in een cilindrische boord. Hierin rust een rond verhoogd deksel met centraal een grote pijnappelvormige handgreep die bedekt is in reliëf met vele polychroom beschilderde miniatuur bloementjes. Vergulding werd over het ganse oppervlak veelvuldig gebruikt. Alles is handbeschilderd. De onderzijde werd in niet-geglazuurd biscuit gelaten. Centraal zien we een klein rond luchtgat. Aan de rand zien we een koud handgeschilderd merkteken in blauw kobalt, een bisschopstaf voorstellend. Dit wordt ook het “Crozier” teken genoemd. Dit werd gebruikt tijdens de Dressel Kister en Co. periode. Tevens is het getal “2572” ingedrukt in de pâte. Het vaasje kan aldus gedateerd worden rond ca. 1910-20.

Conditie : chip aan binnenkant van de rand van het deksel, niet zichtbaar extern, verder perfect!