Sitzendorfer Porzellanmanufaktur Wilhelm Liebmann werd opgericht in 1850. Het grootste deel van de fabriek werd in 1858 in een ontploffing gesloopt. het werd herbouwd door Liebmann met hulp van zijn zakenpartner Wilhelm Oertel. In 1884 werd de fabriek gekocht door Alfred en Carl Wilhelm Voigt die het assortiment veranderden, te beginnen met de introductie van kanten beeldjes versierd in Meissen-stijl.  In 1890 werd een dochteronderneming Unterweißbach geopend. In 1896 werd het bedrijf door Albert Schonau omgevormd tot een naamloze vennootschap. Financiële problemen als gevolg van de Eerste Wereldoorlog en de latere financiële wereldcrisis dwongen de fabriek in 1928 om de vestiging in Unterweißbach te sluiten. Vier jaar later verbeterde de financiële situatie dankzij de inspanningen van Reinhold Rebhan en Max Krauße. De nieuwe eigenaren noemden de fabriek Sitzendorfer Porzellanmanufaktur A.G. Tijdens de Tweede Wereldoorlog concentreerde de fabrieksproductie zich op oorlogsgerelateerde artikelen. In 1958 begon de Oost-Duitse regering invloed uit te oefenen op de fabrieksleiding. In 1972 werd het bedrijf genationaliseerd. In 1990 werd de fabriek in Sitzendorf geprivatiseerd doorRolf Rebhans dochter Carla Hermann en haar man Uwe Hermann samen met Hans-Jürgen Schmidt . In 2000 vierde de fabriek trots haar 150-jarig bestaan. In 2012 werd de productie volledig stopgezet.

Wij tonen twee sublieme handgevormde porseleinen gevleugelde putti gemaakt door de Dresden Sitzendorf porseleinmanufactuur tijdens het beheer van de gebroeders Voigt. Beide vormen een paar. Zij staan op een ronde verhoogde voet met een zuiver witte glazuurlaag. Op een lichtgroene moslaag zijn bloemetjes en blaadjes in reliëf aangebracht. Verder is de voet rondom verguld met twee concentrisch verlopende lijnen en een soort wapenschild in hoog reliëf met volle vergulde kroon. Leunend op een boomstam staan de putti verticaal met een huidskleur over het ganse lichaam en met geel krullend haar. Het gelaat is gekenmerkt door blauwe ogen en rode lippen. Ze dragen enkel een lichtblauwe lendendoek. Op hun rug hebben ze een groot paar lichtgrijze vleugels. Beide hebben ze een donkerbruine boog, de ene vrijwel in beide handen, de andere in de linker hand waarbij de rechter arm en hand achter het hoofd  geplooid zijn. We zien ook dat zich onderaan aan de achterzijde een soort “bocage” bevindt in hoog reliëf met groene kleur in wisselende tint. Onderaan zijn beide gemerkt in blauw met het onderglazuur handgeschilderde vroege merkteken van twee gekruiste lijnen. Dit merkteken werd gebruikt in de Voigt periode  van 1884-1902. Daarnaast is telkens het cijfer “2” ingedrukt, wellicht verwijzend naar een paar.

Conditie : beide perfect!