Pearlware is de naam te gebruiken voor aardewerk dat vanaf 1779 werd geproduceerd door Josiah Wedgewood, te onderscheiden van diens ‘Engels aardewerk’ door het grotere percentage vuursteen en witte klei in de kern en een zweem van cobaltoxide in het glazuur, waardoor het een blauwachtige witte gloed krijgt. Veelal betreft het in reliëf gemodelleerde objecten die onderglazuur handbeschilderd werden met hoogvuur loodglazuren. Alleen bepaalde kleuren waren bestand tegen de hitte van ongeveer 1000-1100oC die nodig is voor het stoken van het loodglazuur. Aldus werd het repertoire van kleuren voor onderglazuur schilderen (dat de eigentijdse pottenbakkerstermijn was) beperkt tot tin, lood en antimoon voor geel; kobalt voor blauw; lood en koper voor greens. IJzer en mangaanoxide gemengd geproduceerde bruine tonen; mangaan alleen gaf een paarsbruin; zwart werd geproduceerd door een mengsel van ijzeroxide en kobalt en sinaasappel door een van de gele oxiden met de toevoeging van ijzeroxide.

Deze figuur van een tuinman, in creamware onderglazuur polychroom beschilderd met verschillende hoogvuurkleuren met daarop een doorzichtig loodglazuur, staat voor een centraal geplaatste bocage terwijl hij rust op een spade en hij een geplante pot vasthoudt. Hij is het embleem voor de aarde. De bocage bestaat uit vier grote bladeren met daarop in reliëf meerdere bloemen in verschillende kleur. Hij staat op een ronde verhoogde basis waarop onderaan het woord “gardiners”. Het beeldje is slip cast gemaakt en dus hol van binnen .en voelt ook licht aan. Het werd gemaakt rond 1820. Het is, zoals gewoonlijk, niet gemerkt.

Conditie : aan de bocage mankeren er een aantal blaadjes van de bloemen. Verder onberispelijke status.