De Sèvres Koninklijke manufactuur introduceerde zijn briljante blauwe céleste grondkleur in 1753. Het was een van de duurste  kleuren om te produceren.

In de 19e eeuw waren er veel porseleinschilders in Saksen die thuis hun werk deden en veel nieuwe impulsen gaven aan de traditionele porseleinkunst. Ze versierden creatief wit porselein dat ze ergens anders hadden gekocht. Tussen 1855 en 1944 huisvestte Dresden meer dan 200 schilderswinkels; maar de dresden-stijl wordt altijd geassocieerd met waren met het blauwe kroonmerk dat voor het eerst werd geregistreerd door Richard Klemm, Donath & Co., Oswald Lorenz en Adolph Hamann in 1883 en het type waren dat ze produceerden..De stijl die ze gebruikten gebruikte een mengeling van Meissen en Weense bloem- en figuurschilderkunst. Later gebruikten andere decorateurs het merk Crown en Dresden, en namen als Franziska Hirsch, Ambrosius Lamm, Carl Thieme en Helena Wolfsohn werden geassocieerd met dresden porselein.

Een van hen, Carl Thieme (1823 -1888), besloot zijn eigen witte stukken te vervaardigen. Om deze reden stichtte hij in het jaar 1872 “De Saksische porseleinfabriek van Carl Thieme in Potschappel-Dresden”. Een van thiemes beste werknemers was Karl August Kuntzsch, een getalenteerde bloemenmodelleur en later zijn schoonzoon en zakenpartner. Hij stichtte de grote traditie van weelderige bloemenbedekking die nog steeds zeer kenmerkend is voor Dresden Porcelain.. Verwarrend genoeg wordt de term ‘Dresden Porcelain’ dan ook vaak gebruikt (en misbruikt) om zowel naar porselein te verwijzen dat in Dresden is versierd als naar porselein dat in Dresden is gemaakt.. Het bedrijf Potschappel produceerde kunstporselein in de oude traditie en is nog steeds operationeel.

Getoond worden twee uitzonderlijke amforavazen met deksel. Zij staan op een rechthoekige basis met ronde voet, overgaand in een circulaire vernauwende steel met witte vergulde palmettes, overgaand in een eivormig corpus met vernauwende hals en spreidende lip. Hierop is een rond trapsgewijs vernauwend deksel met witte bloemknop als greep. Het corpus, hals en deksel hebben een mooie bleu céleste grondkleur met gereticuleerde vergulde beschildering. Het corpus is aan beide kanten bekleed met een wit geglazuurde bloemenguirlande en heeft als handgrepen twee prachtige ramskoppen in biscuit. Centraal is beiderzijds een cartouche met ovalen dikke vergulde omlijsting. Aan de ene kant is de cartouche ingevuld met een handgeschilderd landschap,  aan de andere kant met twee spelende putti. Onderaan zijn beide vazen gemerkt met een pseudo-Sèvres merkteken met kroon met binnenin de letters “C.T.”. Beide vazen werden gemaakt tijdens het laatste kwart van de 19^e eeuw.

Conditie : perfect.